Wereldwijd groeit de markt voor schone energietechnologie met 10 procent, maar de Nederlandse industrie bouwde in 2011 minder windmolens en zonnepanelen, en ontwikkelde minder energiebesparende producten, zoals isolatiemateriaal en warmtepompen.

Volgens een onderzoek dat het Wereld Natuur Fonds op 5 juni 2012 publiceerde, zakt Nederland van de 18de naar de 21ste plaats.

Het rapport ‘Clean Economy, Living Planet’, vergelijkt 40 belangrijke economieën met elkaar. Denemarken, China en Duitsland blijven koploper. Zuid-Korea stijgt naar een vijfde plek op de wereldranglijst door speciaal cleantech-beleid. Eerdere lijsten verschenen in 2009 en 2011.

Vorig jaar is wereldwijd bijna 200 miljard euro verdiend aan schone-energietechnologie. En die markt groeit nog steeds, onder meer door hoge olieprijzen. Ook gebruiken landen minder fossiele brandstoffen omdat ze de uitstoot van broeikasgassen willen reduceren.

Wel is het groeitempo afgenomen. Tussen 2008 en 2010 groeide de sector met 31 procent. Oorzaak van de afkoeling naar 10 procent, zijn de sterke prijsdalingen in zonne- en windenergie, goed nieuws dus voor de consument.

China is overduidelijk de marktleider in omvang en groeitempo. Vorig jaar groeide de cleantech-productie er met maar liefst 29 procent. Het land heeft een sterke positie op het gebied van wind, zon, led én accu’s. China staat nog op de tweede plek, maar loopt in op Denemarken. Bijna een kwart van alle schone producten komt inmiddels uit China.

Europa verliest terrein. In 2011 daalde de omzet met 5 procent door de economische crisis en scherpe concurrentie uit Azië. Denemarken en Duitsland presteerden met respectievelijk 0 procent groei en 4 procent verlies nog relatief ‘goed’. Denemarken verloor op windenergie. Duitsland ging minder zonne-energie produceren. De landen blijven door hun ruime voorsprong nog in de top 3.

De Verenigde Staten staan op de 15de plek. De totale verkopen zijn er hoog (goed voor 37 miljard euro, vooral dankzij biobrandstoffen) maar de cleantech-sector vertegenwoordigt er slechts een klein deel van de economie.

• Bron: Trouw / Groen
• Het WNF rapport ‘Clean Economy, Living Planet’ download u hier

————————————————————————————————————————-

Wat ons betreft zitten er kanten aan dit verhaal die we graag breder in het nieuws zouden zien. We doen een greep:

The Netherlands are missing out for three reasons:

1) Subsidies do not contribute sufficiently to a stronger economic position

2) There is not enough capital, especially in the seed phase

3) The Dutch home market for Clean Energy Technology is underdeveloped

# Dutch CO2 emissions per capita are among the highest in the world (seventh place). The Netherlands emits three times the global average.

# … the Netherlands has the knowledge (third place in basic science), wealth (sixth economy in GDP per capita) and capacity (> 260 companies active in Clean Energy Technology) to be a leader in the world market…

# A top-10 position in 2015 will bring large benefits: 8,000 extra jobs, EUR 1.6 bn in additional sales, and 130 Mton less CO2.

Nu de crisis ‘top of mind’ is verslapt de aandacht voor het milieu. Logisch, maar niet goed natuurlijk. Wat u eens zou kunnen mee wegen in uw kiesgedrag aanstaande september: Nederland investeert kapitalen in kennis, in de kenniseconomie en in ‘de slimste regio’ (Brainport). Dat zijn zo een aantal van die subsidies die geen effect sorteren, waar WNF over spreekt. Op ‘cleantech’ gebied halen we het niet bij de nummers 1 en 2, respectievelijk Denemarken en China… Is Nederland dan wel het innovatieland waarvoor we onszelf op de borst kloppen, vragen wij ons af. Moeten we dat eigenlijk wel willen zijn? Kunnen die honderden miljoenen niet beter besteed worden aan iets waar we wel echt goed in zijn? Is het subsidie-vehicel überhaupt wel het juiste instrument?

Wij zouden daar graag de opinie van bijvoorbeeld een expert als Wubbo Ockels eens over horen. Want 8.000 banen (17.000 fte), 1,6 miljard extra omzet en 130 Mton minder Co2, dat zijn toch wel zeer serieuze (gemiste) kansen die wij in geen enkel partijprogramma tegenkomen.